De belangrijkste kritiek die ik van ‘de politiek’ ontvang is dat ik iedereen over één kam scheer. Zowel AVP’ers als MEP’ers voelen zich daarbij beledigd, want volgens hen is ‘de ander’ véél erger. Bovendien voelen verschillenden zich persoonlijk aangesproken terwijl dat huns inziens niet terecht is. Daarbij vraagt men zich af waar ik alle informatie vandaan haal. Tenslotte spreken sommigen de beschuldiging uit dat ik, wegens mijn kritische artikelen, tegen Aruba ben.

Allebei hetzelfde?

Zoals uit praktisch al mijn artikelen blijkt, hebben zowel de AVP als de MEP zich gedurende decennia schuldig gemaakt aan structureel ondeugdelijk bestuur. Beide bedreven politieke patronage op grote schaal, waren verantwoordelijk voor systematisch financieel wanbeheer en voor ‘dubieuze projecten’. Qua kwaliteit was er dus nauwelijks verschil, qua kwantiteit wèl. De AVP is verantwoordelijk voor 75% (3/4) van de nationale schuld en de MEP dus ‘maar’ voor 25% (1/4). Daarnaast blijkt uit een analyse van ‘dubieuze projecten’ uit verschillende rapporten dat de AVP daar een veelvoud van de MEP op zijn conto heeft staan. Maar…zowel in het geval de ene burger Afl. 50.000,- en de andere Afl. 5000,- ontvreemd, worden beiden door de rechter als dief veroordeeld!

Niet iedereen past de schoen…

Op een enkele uitzondering na laat ik mij niet uit over personen, maar richt ik mij op ‘regeringen’ en ‘politieke partijen’, zoals ook onze instituties doen. Wanneer ik dus stel dat een ‘regering’ wanbeleid heeft gevoerd, dan kan het best zijn dat individuele ministers erg hun best hebben gedaan om een positief beleid te voeren. Zo is het bekend dat verschillende ministers van Financiën graag beter wilden, maar niet konden opboksen tegen collega’s met andere ‘intenties/plannen’. Er was/is ook zeker sprake (geweest) van integere ministers, waarvan er één zelfs met algemene instemming tot Gouverneur is benoemd. Maar jammer genoeg hadden zij te weinig invloed op een meer algemene negatieve trend.

De bronnen

Voor die enkele mensen die rapporten lezen van de SER, Raad van Advies, Algemene Rekenkamer, CAft, Centrale Bank, IMF en allerlei door de regering ingestelde commissies, is alles wat ik schrijf, herkenbaar. De basis van het meeste dat ik publiceer komt uit deze rapporten, hier en daar waar nodig aangevuld met informatie van (officiële en integere) functionarissen met kennis van zaken. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer ik nadere uitleg behoef. Met andere woorden, voor wie zich serieus verdiept in bovengenoemde rapporten, zullen exact dezelfde conclusies naar voren komen. Aangezien deze informatie, weliswaar in diplomatiek jargon, inmiddels in duizenden pagina’s en tientallen rapporten is beschreven, heb ik voor ieders gemak de belangrijkste informatie en conclusies in een zestal thematische rapporten en in klare taal weergegeven met complete bronverwijzing.

Anti-Aruba?

Door velen wordt kritiek ervaren als een persoonlijke aanval door tegenstanders. Kritiek op de Arubaanse regering wordt dan uitgelegd (gemanipuleerd!) als kritiek tegen Aruba. Meestal vindt er geen enkele reflectie plaats over de mogelijkheid dat die kritiek terecht kan zijn en dat er inderdaad (urgente) reden is om situaties te veranderen. Dat mijn kritiek al die jaren terecht was, blijkt wel uit het feit dat de huidige coalitie als zijn belangrijkste doelstellingen heeft: deugdelijk bestuur, transparantie en integriteit. Allemaal zaken waar ik decennialang op gewezen heb. Ook de erkenning in zijn recente ‘Nota Hervormingen Aruba’ van juni 2020 dat “Aruba zich ervan bewust is dat hervormingen niet langer uitgesteld kunnen worden en het op grote schaal zal moeten hervormen”. Daaruit blijkt dat niet degene die decennialang kritisch is /zijn op de overheid en pleit(en) voor hervormingen ‘anti-Aruba’ is/zijn, maar juist de bestuurders die alle aanbevelingen voor hervormingen decennialang aan hun laars hebben gelapt. Dàt zijn de mensen die Aruba zonder mededogen in de misère hebben gestort!

Conclusie

Het mag geen verbazing wekken dat ik op grond van alle vergaarde inzichten absoluut niet (meer) geloof in het vermogen van ‘de partijpolitiek’ om zich op redelijke termijn kwalitatief ingrijpend te verbeteren in ’s Lands belang. Vandaar mijn conclusie dat ons politiek systeem dringend aan verandering toe is. Daartoe heb ik een nieuw democratisch model gelanceerd waarbij Arubanen met potentie (en die zijn er zeker!) niet meer door de ‘partijpolitiek’ beknot worden. Er zijn natuurlijk ook andere mogelijkheden die in een nationale dialoog aan de orde kunnen komen. Doorgaan op dezelfde weg is echter geen optie. Dan zal Nederland ons weer bij de oren moeten beetpakken om ons bij de les te houden.