Lokaas
Het pensioen heeft tijdens meerdere verkiezingsperioden een belangrijke rol gespeeld. Nadat het pensioenfonds in 1960 was ingesteld op basis van een pensioenleeftijd van 65 jaar, werd in 1975 de pensioenleeftijd verlaagd naar 62 jaar. In 1992 verlaagde de MEP de pensioenleeftijd verder tot 60 jaar terwijl in 1993 de pensioenuitkering met 40% werd verhoogd. Dit gebeurde ondanks ernstige waarschuwingen van beleidsadviseurs die grote problemen voor het pensioenfonds voorzagen.
De AVP won de verkiezingen van 1994 mede dankzij haar belofte om de (oorspronkelijke) pensioenuitkering te verdubbelen. De bescheiden premieverhoging die dit moest bekostigen was echter volledig ontoereikend. Daarom adviseerden zowel de SVB als KPMG dringend tegen de plannen. Die werden door de toenmalige premier volledig genegeerd onder het mom: “Dit rapport heb ik niet ontvangen”!
Gevolg
Ondanks waarschuwingen van de waarnemend directeur financiën, de directeur SVB en zelfs de International Labour Organisation (ILO) liet de regering daarna alles op zijn beloop. In 2008 bleek dat het opgespaarde vermogen van Afl. 350 miljoen van de SVB reeds was gehalveerd. Het tekort bedroeg toen reeds Afl. 9 miljoen, maar zou oplopen tot Afl. 20 miljoen in 2009, Afl. 30 miljoen in 2011 en Afl. 100 miljoen in 2016. De (bijna failliete!) regering zou dan volgens de wet de tekorten moeten aanvullen. Wegens de structurele begrotingstekorten was dat onmogelijk. De regering hield zich daardoor niet aan zijn wettelijke verplichting om zorg te dragen voor wettelijke reserves van het fonds.
Onvermijdelijke correctie
In 2008/9 ondernam de toenmalige MEP-regering pogingen om de pensioenleeftijd te verhogen. Die werden echter direct getorpedeerd door de AVP. Maar nadat de AVP na haar aantreden in 2009 met de realiteit werd geconfronteerd kon zij niet anders dan op korte termijn de pensioenleeftijd te verhogen tot de oorspronkelijke 65 jaar. De AVP werd zodoende gedwongen om haar onverantwoordelijke electorale beloften, na eerst het fonds volledig te hebben uitgekleed, te corrigeren. Maar dat was niet het enige.
‘Schenking’ SVB
In verband met de Status Aparte ontving de Arubaanse regering van de SVB Nederlandse Antillen Afl. 60 miljoen aan door Arubaanse werknemers betaalde premies ten behoeve van de nieuwe Arubaanse SVB. Dat geld werd (natuurlijk!) nooit overgemaakt, maar bleef als schuld van de regering aan de SVB in de boeken staan. In 2014 stelde de Cft vast dat het vermogen van het SVB in 2015 volledig zou zijn opgedroogd en er in 2015 een overbruggingskrediet van Afl. 3,4 miljoen nodig zou zijn om de eindjes aan elkaar te knopen. Ook de RvA had hier in 2014 op gewezen evenals de SVB zelf en de ILO. Maar zelfs zo besloot de AVP-regering in 2015 om de aan de SVB verschuldigde Afl. 60 miljoen als ‘schenking’ in haar boeken op te voeren om zo aan de begrotingsnorm te voldoen. De SVB (en dus ook de pensioengerechtigden) konden fluiten naar HUN geld!
‘Correctie’ APFA
Ook het ambtenarenpensioenfonds (APFA) stond al jaren voor grote uitdagingen. Die waren vooral het gevolg van de oude -riante!- pensioenregeling uit 1936. Die baseerde het pensioen op het salaris van de laatste twee dienstjaren en kon reeds worden genoten vanaf 55 jaar. ‘De politiek’ maakte hier op grote schaal misbruik van door partijgetrouwen tijdens hun laatste twee jaren een stevige promotie te geven. Aangezien daar geen evenredige premie voor was betaald betekende dit een grote aanslag op het fonds. Bovendien droeg met name de AVP-regering jarenlang geen premies af, zodat het Land Aruba uiteindelijk een miljoenenachterstand opliep. In 2001 werd dit probleem ‘opgelost’ door een nieuwe rekenrente in te voeren, waardoor de schuld aan het APFA in één keer werd omgetoverd in een vordering (Ticonomics). Ook hier gingen honderden miljoenen florin van pensioengerechtigden in rook op. Het omvangrijke begrotingstekort van de regering vertoonde hierdoor ineens wèl een surplus.
In 2014 bedroeg de dekkingsgraad van de APFA slechts 80%. De regering had de wettelijke verplichting het tekort van omstreeks Afl. 170 miljoen aan te vullen. Dat deed hij ook (onder zware druk van Nederland!) en wel door een lening te sluiten bij diezelfde APFA ‘om aan die verplichting te voldoen’…
Verplichte bedrijfspensioen
In 2011 werd onder de AVP het verplichte bedrijfspensioen ingevoerd. Daarbij bestond grote onduidelijkheid: wat zouden de kosten en het rendement zijn gedurende de inlegperiode; hoe waren het nabestaandenpensioen en het pensioen bij invaliditeit geregeld; of en hoe verzekerden uitleg kregen over de pensioenregeling van hun werkgever? Aangezien de regering tot op heden naliet een toezichthouder te benoemen zoals de SVB, vindt regelmatig het nodige misbruik plaats: werknemers worden niet ingeschreven; er wordt geen premie betaald en dus ontvangen ze later geen pensioen. Of er wordt wel premie afgehouden, maar niet afgedragen, enz. Uiteindelijk is het pensioen vrij laag. Maar voor de regering heeft dit pensioenfonds het voordeel dat er weer een nieuwe leenmogelijkheid is geschapen.
Verkiezingsbeloften 2017
Bij de verkiezingen van 2017 probeerden de twee grootste politieke partijen opnieuw kiezers te paaien met absurde pensioenbeloften. De MEP adverteerde met de verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd tot 62 jaar. De AVP schotelde de pensionado’s voor dat hun pensioen verder verhoogd zou worden, dat er naast de reparatietoeslag ook een huurtoeslag tot wel Afl. 300,- zou worden ingevoerd, terwijl de AZV-premie en andere belastingen zouden worden verlaagd. Zijn onbeschaamdheid ging daarbij zo ver dat hij stelde het AOV- en APFA-fonds van een zekere ondergang te hebben gered. De partij vertelde er natuurlijk niet bij dat die bijna-ondergang het gevolg was van zijn eigen handelen. De RvA reageerde met een duidelijke waarschuwing dat dit soort plannen tot een versneld bankroet zouden leiden van het pensioenfonds.
Conclusie
Indien we al deze feiten op een rij bezien, wordt het duidelijk dat de ‘zorg’ van de AVP om het pensioen te bewaken zonder meer terecht is. Zolang politieke partijen als de AVP en de MEP zich blijven bemoeien met het pensioen wegens electoraal gewin, moeten pensioengerechtigden zich inderdaad grote zorgen maken: partijpolitieke ‘bemoeienis’ heeft onze pensioenfondsen (en dus de pensionado’s) reeds vele honderden miljoenen gekost en daardoor bijna geleid tot het bankroet van vooral het AOV-pensioenfonds. Het is daarom zaak om, net als het personeelsbeleid, het pensioenbeleid uit de partijpolitieke invloedsfeer te halen.