1986-2001
In 1995 produceerde de Arubaanse veiligheidsdienst het rapport (Koerten) ‘Veiligheid en integriteit van Aruba: Context en perspectief’. Daaruit werd onder meer duidelijk hoezeer bestuurders (uit beide partijen!) samenspanden met drugshandelaren. Aruba werd daarom internationaal niet vertrouwd. Het leidde uiteindelijk zelfs tot de allereerste aanwijzing voor een minister (notabene van Justitie). De twijfels over de kwaliteit van het bestuur waren zo groot dat er zelfs een Koninkrijkssymposium aan werd besteed (1995): ‘Deugdelijkheid van bestuur in kleine landen’. Daarbij werden karakteristieken gegeven van het bestuur op de eilanden. Dit leidde tot de vorming van lokale commissies om een verbeterplan op te stellen. Op Aruba was rapport Calidad (1997) het resultaat. Ondanks plechtig ondertekende overeenkomsten met belangrijke sociale partners om de 20 hoofd- en legio sub aanbevelingen integraal uit te voeren, kwam daar hoegenaamd niets van terecht. Uiteindelijk werd de toenmalige AVP-regering grotendeels wegens het vermoeden van omvangrijke corruptie weggestemd. Het onderzoeksrapport ‘Een kwestie van mentaliteit’ van de Waarheidscommissie leidde inderdaad tot strafrechtelijk onderzoek en vervolgens tot de veroordeling van acht mensen, waaronder één minister.
2001-2015
In 2001, (na 15 jaar Status Aparte) zag het boek ‘Goed bestuur & de politieke realiteit’ het levenslicht. Dat toonde de grote kloof tussen de criteria van deugdelijk bestuur (zoals aangegeven in rapport Calidad) en de realiteit van bestuurlijk handelen (zoals weergegeven in talrijke ARA-rapporten). Tien jaar later werd de Status Aparte ‘gevierd’ met de publicatie van het boek ’25 jaar Status Aparte. Een politiek paradijs’ waarin het najagen van het eigen belang en het falen van ‘de politiek’ worden weergegeven. Eveneens in 2011 publiceerde het Nederlandse Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum het onderzoeksrapport ‘De Staat van bestuur van Aruba’. Ook hieruit bleek duidelijk het disfunctioneren van ‘de politiek’.
In 2014 volgde het ‘Dagboek van de Gouverneursleerstoel’ waarin middels wetenschappelijk onderzoek werd weergegeven hoe verschillende geledingen het (corrupte!) overheidsfunctioneren ervoeren. Ook voor studenten bleek (het gebrek aan) deugdelijk bestuur een uitdaging. Zo besteedde de Arubaan A. Alders in zijn ‘Obstacles to good governance in the Dutch Caribbean’ (2015) de nodige (historische) aandacht aan dit thema.
2016-2020
In de jaren 2016 tot en met 2020 publiceerde Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba een zestal thematische rapporten, onder meer gebaseerd op tientallen rapporten van de SER, de RvA, de ARA, CBA, IMF, CAft, Comishon Financiero, National Comision on Public Finance. Ontwikkelingen op de thema’s Personeel, Financieel beheer, Transparantie, Parlementair functioneren, Sociaal-economisch beleid en Integriteit werden weergegeven evenals de bronnen. Zo krijgt iedereen een behoorlijk compleet beeld van het politiek (dis)functioneren zowel door de tijd heen (meer dan 30 jaar) als door de bril van een groot aantal instituties.
Eind 2019 promoveerde mevr. Schotborgh-van de Ven op het proefschrift ‘De wortels van publieke fraude en corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk’. Daarin wordt een indrukwekkend beeld geschetst van fraude-/corruptiegevallen binnen de overheid die er tijdens een beperkte onderzoeksperiode plaats vonden. De twee enquêtes van de CBA (2018 en 2020) over de perceptie van corruptie in Aruba ten slotte geven aan dat een groot deel van de bevolking (76%) van mening is dat corruptie wijdverspreid is. Dat vindt volgens de respondenten vooral plaats in de publieke sector terwijl het parlement daar ook aan bijdraagt. Deze laatste enquêtes maken ook duidelijk dat publieke fraude en corruptie feitelijk publieke geheimen zijn.
2021
Dat het nog steeds geen koek en ei is bewijzen de omvangrijke financiering van de AVP-leider door een bekende Venezolaanse crimineel, de invallen door het OM bij recente ex-ministers (AVP-POR) en hun medewerkers en de beschuldiging van overheidscorruptie door een voormalige minister van de huidige MEP-POR-RED-coalitie. Met deze feiten op een rij is het vreemd dat zowel het Nederlandse ‘Landenpakket’ als de Arubaanse ‘Repositioning our sails’ zo weinig aandacht besteden aan de kwalitatieve verbetering van het politieke systeem. Zolang dat een ondergeschoven kindje blijft, valt er weinig verbetering te verwachten op andere belangrijke beleidsgebieden. Het is dan ook de belangrijkste uitdaging voor 2021 om het politiek systeem van Aruba ingrijpend te veranderen! Nieuwe gezichten en/of politieke partijen alléén bieden onvoldoende perspectief voor de gemeenschap/toekomst.
De zwijgende meerderheid heeft niet het lef om de koe bij de horens te vatten en de (r)overheid) te transformeren in overheid