Op dinsdag 28 september 2020 publiceerde SDBA een dankbrief, gericht aan de Nederlandse regering, de Tweede Kamer en de Nederlandse bevolking. Dit is een direct gevolg van de huidige impasse waarbij Aruba weigert ‘de overeenkomst’ met Nederland te ondertekenen. Die zou de Arubaanse ‘autonomie’ al te zeer aantasten. Deze houding van de Arubaanse regering zou in Nederland abusievelijk de indruk kunnen wekken dat de regering de gevoelens van de Arubaanse gemeenschap vertolkt. Niets is minder waar!

Surséance

De vraag is of Aruba zich realistisch opstelt. Feitelijk zit zij in een vergelijkbaar schuitje als Serlimar. Beide hebben, vooral onder de huidige omstandigheden geen overlevingsmogelijkheid zonder ‘speciale medewerking’ van buitenstaanders. En net als Serlimar slechts door de surséance van betaling kan overleven waarbij een bewindvoerder alle beslissingen neemt over de financiële zaken, zo wordt een volledige ineenstorting van Aruba voorkomen door onder meer uitgebreide en alomvattende humanitaire en begrotingshulp door Nederland. Ook die wenst volledige supervisie over de door haar verstrekte middelen via een eigen orgaan.

Verandering van afspraken?

Een belangrijk onderdeel van het conflict is voor de Arubaanse regering ‘de eenzijdige verandering door Nederland van de periode waar de lening betrekking op heeft van 3 naar 5 maanden’. De vraag is of dit een terechte interpretatie is van ‘het veranderde standpunt van Nederland’. De publieke aankondiging van Aruba eind juni j.l. dat zij zèlf over voldoende fondsen beschikte om het nog twee maanden vol te houden zonder een beroep te hoeven doen op de aangeboden lening van Nederland was mogelijk de aanleiding voor een ‘expliciete aanpassing’ van de termijn. Want waarom zou je een lening verstrekken voor twee maanden waarvoor de Arubaanse regering zelf aangeeft die met eigen middelen te kunnen financieren? Pas later bleek dat dit geld niet uit een overheidsreserve kwam. Het betrof geld dat de regering schuldig was aan de commerciële sector en de betaling op de langere termijn schoof. Daarmee verzwaarde de regering de toch al moeilijke positie van de commerciële sector.

Koppig

De koppige houding van ‘de politiek’ met zijn weigering om het akkoord te tekenen heeft meer ernstige gevolgen voor de commerciële sector. Die verliest steeds meer het vertrouwen dat nodig is om als belangrijkste motor de economie straks weer uit het slop te trekken. Ook de keus van de regering om een beroep te doen op de lokale financiële markt voor een maximaal bedrag van Afl. 400 miljoen ten behoeve van grotendeels consumptieve leningen geeft geen vertrouwen. Want niet alleen komt de te betalen rente boven op de reeds feitelijk onbetaalbare rente die Aruba jaarlijks verschuldigd is. Maar ook het onttrekken van zoveel kapitaal aan de lokale markt maakt dat er straks mogelijk onvoldoende kapitaal beschikbaar is voor benodigde investeringen (‘crowding out’).

Genadeklap

De sterk verminderde overheidsinkomsten op de korte en langere termijn brengt het gevaar met zich mee dat Aruba binnen afzienbare tijd niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Het versleten credo dat Aruba zich altijd aan zijn betalingsafspraken heeft gehouden en dus een goed imago geniet in de financiële wereld, is niet het gevolg van de eigen geloofwaardigheid, maar die van haar grootste koninkrijkspartner. Zou die zich ‘terugtrekken’, dan wordt Aruba direct als junk afgeschreven. Maar er bestaat een ander gevaar. Het valt goed in te denken dat Nederland niet bereid is tot Sint Juttemis te wachten om tot een overeenkomst te komen. Hoewel zij de ‘onderhandelingen’ gewoon voor gezien kan houden en simpelweg kan wachten tot de Arubaanse regering al haar leenmogelijkheden heeft uitgeput om dan toch maar ‘bij het kruisje’ te tekenen, kan zij ook aangeven dat zij er genoeg van heeft en haar energie en geld op een meer productieve wijze aanwendt. Dàn is Aruba werkelijk in de aap gelogeerd! De schade die de laatste AVP-regering Aruba met zijn totaal onverantwoordelijk beleid heeft toegebracht, zal dan in het niet vallen bij de genadeklap die de huidige coalitie de Arubaanse gemeenschap met haar houding toebrengt. Daarmee houdt de regering zich dan wel aan de traditie dat elke volgende regering nòg grotere schade aan het Land toebrengt dan de voorgaande.