In dezelfde week dat de voorzitter van de CFT een lezing gaf in de Universiteit van Aruba bracht de fractievoorzitter van de AVP een schrijven uit onder de titel ‘Waarom tegen de CFT’? Daarin gaf hij aan dat de AVP streeft naar realistische financiële en economische normen die in de Constitutie worden gewaarborgd en zodoende de overheid dwingen om zich aan die normen te houden. Daarvoor wenst de AVP een officieel en onafhankelijk orgaan in het leven te roepen die het overheidsbeleid moet analyseren en evalueren en de overheid moet adviseren en controleren op ondermeer financieel, economisch, arbeids en onderwijsterrein. Het instituut dat de AVP hiertoe voor ogen heeft is de zogenaamde Fiscal Council. Deze Council mag volgens de AVP niet alleen naar gezonde publieke financiën kijken, maar moet dit in een breder en realistisch plaatje plaatsen, waarbij economische ontwikkeling, werkgelegenheid en een evenwichtige sociale ontwikkeling ook meegenomen worden. Deze brede kijk zou de CFT ontberen. Tenslotte stelt de AVP dat de uitsluitende focus van de CFT op overheidsbezuinigingen in Curaçao heeft geleid tot een stagnerende economie terwijl het ruimhartig gevoerde financieel-economisch beleid van de AVP-regering daarentegen een grote economische groei tot gevolg had.

Voor diegenen die de politieke ontwikkelingen de laatste decennia met enige regelmaat heeft gevolgd is het AVP-voorstel om een Fiscal Council op te richten en die in de constitutie te legaliseren de zoveelste poging om de gemeenschap een rad voor de ogen te draaien. Al decennialang worden zonder uitzondering jaarlijks belangrijke constitutionele verplichtingen zoals het (tijdig) inleveren van begrotingen en jaarrekeningen geweld aangedaan. Hieruit blijkt dat een constitutionele verplichting in de Arubaanse praktijk geen enkele garantie biedt dat die ook daadwerkelijk wordt nagekomen.

Ook de bewering van de AVP dat de CFT geen oog heeft voor eventueel negatieve gevolgen op economisch, sociaal, onderwijsgebied e.d. snijdt geen hout. Het zijn de opeenvolgende regeringen van Aruba zelf die onder meer door hun standvastig beleid van politieke benoemingen, te dure en/of mislukte overheidsprojecten, enz. systematisch grote hoeveelheden geld hebben onttrokken aan de economische, sociale en onderwijskundige pot. Die kunnen haast niet nòg slechter worden! Dat Aruba na 3 decennia nog steeds alleen maar 1 wankele economische pijler heeft kan de CFT niet verweten worden. Evenmin is het de schuld van de CFT dat overheids- en schoolgebouwen decennialang in verpauperde toestand verkeren, onderwijsmethoden achterhaald zijn en stichtingen ten behoeve van kinder-, bejaarden- en drugsverslaafden hun subsidies van de overheid slechts deels of niet meer ontvangen. Verschillende van deze tekortkomingen en nog veel meer bestonden al toen de economie in Aruba overvloedige inkomsten genereerde voor de overheid en voordat de CFT überhaupt bestond.

De AVP doet ook voorkomen dat de regering trouw de adviezen van de op te richten Fiscal Council zal opvolgen. Ook dat zou een volledig omslag betekenen van de decennialange praktijk van het negeren van welk advies dan ook van eigen en internationale officiële adviesorganen. Zoals recentelijk bij de presentatie van het IMF-rapport weer bleek, concentreert de regering zich uitsluitend op de schouderklopjes die het ontvangt, maar laat zij na enige aandacht te schenken aan de steeds terugkerende adviezen. Die hoeft zij ook niet op te volgen, want het gaat immers slechts om adviezen. En zoals een beruchte voormalige minister duidelijk heeft gesteld “hebben ministers het prerogatief recht om af te wijken van ontvangen adviezen”. Onze ministers houden zich consistent aan dat recht zonder enige moeite te doen om met solide argumenten aan te tonen waarom zij van adviezen afwijken. De autonomie waar onze bestuurders zo krampachtig aan vasthouden, heeft er tot nog toe voor zorggedragen dat zij deze adviezen straffeloos naast zich neer konden leggen. Dit bleef niet zonder gevolgen.

 

2- WAAROM VÓÓR DE CFT?

De recente zogenaamde wonderbaarlijke opleving van de Arubaanse economie heeft alleen plaats kunnen vinden door gigantische financiële injecties van de overheid. Dat deed zij hoofdzakelijk met geleend geld. Dat is niet moeilijk: hoe meer geld door de regering wordt rondgestrooid, hoe meer economische activiteiten er op zeer korte termijn plaatsvinden. Tevens wordt zo de herverkiezing op kosten van de gemeenschap en toekomstige generaties veilig gesteld. Op de iets langere termijn betekent dit echter dat de hoge rentebetalingen en aflossingen een zodanig zware druk op de economie leggen dat dit de recent gestegen welvaart in korte tijd en voor een lange periode volledig teniet doet. Feitelijk is gekozen voor 4 jaar bonanza gevolgd door minimaal 20 jaar buikriembeleid, terwijl landen als Duitsland en Nederland doorgaans voor het omgekeerde scenario kiezen door eerst hun financiële basis gezond te maken om vervolgens een gezonde economie te creëren. Een bijkomend probleem voor Aruba is dat het grootste deel van de overheidsinvesteringen zichzelf niet terugverdient maar in de toekomst juist voor hogere kosten (personeel en rente) zorgt. De regering heeft zich zodoende in een onmogelijke situatie gemanoeuvreerd. Zonder medewerking van buitenaf zijn oplossingen moeilijk.

In het geval van Aruba is de meest effectieve wijze om begrotingstekorten en de nationale schuld te verlagen door de huidige jaarlijks verschuldigde rente te halveren tot Afl. 100 miljoen. De Nederlandse overheid heeft zich bereid verklaard de Arubaanse regering daarbij van dienst te zijn. Zij eist evenwel dat de ‘adviezen’ van de CFT om verbetering te brengen in het financieel beheer en de begrotingsdiscipline worden opgevolgd. De decennialange ervaring dat Arubaanse regeringen toezeggingen voor verbetering en zelfs ondertekende overeenkomsten met het grootste gemak naast zich neer legden heeft de Nederlandse overheid inmiddels realistisch gemaakt.

Officieel is ook de CFT een adviesorgaan. Het grote verschil tussen de CFT en alle andere adviesorganen is echter dat de adviezen van de CFT niet vrijblijvend zijn. De belabberde financieel-economische situatie waarin alle regeringen van Aruba zonder uitzondering zich door partijpolitiek wanbeleid onophoudelijk in hebben gemanoeuvreerd in samenhang met de zware bezuinigingen waar ook de Nederlandse overheid zich de laatste jaren op grond van Europese begrotingsnormen voor gesteld zag, maken dat het traditionele pappen-en-nathouden-beleid van Nederland geen stand meer houdt. Nederland moet daardoor dezelfde eisen stellen aan haar problematische koninkrijkspartners, die het ook aan zijn eigen provincies en gemeenten stelt. Die staan immers alle onder CFT-toezicht. Daarmee wil de centrale overheid financiële problemen zoveel mogelijk voorkomen omdat die ten laste komen van de collectiviteit. Indien meerjarig evenwicht op de begroting niet haalbaar blijkt, dan volgt ook daar, ondanks de autonomie van gemeentelijke en provinciale overheden, preventief toezicht ‘van rechtswege’.

Zoals gebruikelijk, probeert de Arubaanse regering koste wat kost te voorkomen dat zij zich moet onderwerpen aan een verantwoord financieel regime. Het dilemma waar de regering zich zodoende voor geplaatst ziet is dat zij nu de keus moet maken tussen haar eigen belang (het blijven verkwanselen van publieke middelen ten behoeve van partijpolitiek gewin) tegenover het belang van de Arubaanse gemeenschap, namelijk het versneld verlagen van de begrotingstekorten en schulden middels de adviezen van de CFT. Een goede keus scheelt de Arubaanse belastingbetalers jaarlijks Afl. 100 miljoen.

Het wordt intussen hoog tijd dat de bevolking er zich van bewust wordt dat het vingerwijzen van de AVP naar de CFT(en daarvóór naar de gouverneur) een goedkope poging is om de gevolgen van haar eigen jarenlange onverantwoordelijk financieel beleid op anderen af te wentelen. Evenzeer is de huidige poging van de MEP om de AVP als enige schuldige voor de huidige problemen aan te wijzen een verdraaiing van de werkelijkheid. Alle problemen bestonden al lang maar zijn slechts verergerd. Het zijn vooral deze twee grote partijen die door hun decennialang volgehouden ondeugdelijk en onbekwaam bestuur de basis hebben gelegd voor de huidige situatie. Het zou hen beide daarom sieren een grote omslag te maken door schuld te erkennen, adviezen van officiële en onafhankelijke instituten eindelijk serieus te nemen en vervolgens definitief het veld te ruimen.