Reeds in haar rapport ‘Beleidsprioriteiten voor de regeerperiode 2001-2005’ in 2001 benoemde de SER drie terreinen waar politieke patronage dermate hoge maatschappelijke schade veroorzaakte, dat onmiddellijke verzelfstandiging dringend geboden was. Het ging om het toerisme, telecommunicatie en de posterijen. Zo was het moeizaam bereikte akkoord voor verzelfstandiging van het toerismebeleid wederom verzand in de politieke arena, waardoor het toerismebeleid verlamd werd door een gebrek aan financiering en besluitvaardigheid.
Het monopolistisch bedrijf SETAR had sterk te lijden van politieke patronage. Ondanks forse investeringen in moderne apparatuur en uitbreiding van het personeel liet de kwaliteit nog veel te wensen over, was de dienstverlening abominabel en waren de telecommunicatiekosten te hoog.
Ook bij de posterijen was er sprake van het op grote schaal benoemen van personeel waarbij partijkwalificaties belangrijker waren dan werkkwalificaties. De kwaliteit van de postbezorging had hieronder erg te lijden.
De SER stelde dan ook dat pas wanneer politieke patronage geëlimineerd wordt, de telecommunicatiedienst en de postbezorging de verdere economische ontwikkeling van Aruba niet meer zouden frustreren, maar juist stimuleren. Daarom werd ook de WEB verzelfstandigd, evenals de luchthaven, de vuilnisophaaldienst en allerlei andere overheidsbedrijven. De verminderde partijpolitieke beïnvloeding leidde ertoe dat de meeste betrokken bedrijven weer gezond werden.
Easy way out
Toch bewezen de opeenvolgende regeringen daarna niets te hebben geleerd van deze ervaringen. De voortgaande toepassing van politieke patronage, deficiënt financieel beheer en dubieuze projecten binnen de overgebleven overheidsdepartementen ging onverminderd door. Daardoor verslechterde de financieel-economische situatie van het Land Aruba dusdanig dat de kwaliteit van de algemene dienstverlening achteruitging en steeds moeilijker kon worden voldaan aan betalingsverplichtingen. In crisissituaties werd dan steeds gezocht naar extra overheidsinkomsten. Belastingverhogingen waren daarvoor een dankbaar middel.
Inmiddels is de financiële situatie van Aruba door extreem onverantwoordelijk beleid tot een absoluut dieptepunt geraakt. Onze schuld bedraagt inmiddels ruim 90% van ons BBP. Alleen al de huidige jaarlijkse rentebetalingen ad Afl. 216 miljoen (Afl. 600.000,- per dag!) zijn zonder grote offers niet meer op te brengen. De overheid zit letterlijk op zwart zaad en is -begrijpelijk- ten einde raad. En weer grijpt zij naar het aloude middel van inkomstenverhogende maatregelen. Zo wordt de ‘benzinekorting’ geleidelijk ingetrokken en lijkt het er sterk op dat de BBO wordt verhoogd tot 6%. Dit is onacceptabel!
Bittere pil
Al decennialang wijzen alle adviserende instanties op de noodzaak dat de overheid met name haar personeelskosten verlaagt. Daarnaast werd indringend gewaarschuwd voor de gigantische verliezen als gevolg van deficiënt financieel beheer, een verouderd belastingsysteem en dubieuze projecten. Die hebben alle mede geleid en leiden nog steeds tot enorme en onnodige overheidsuitgaven. Dit beloopt jaarlijks honderden miljoenen florin. Dáár valt voor de overheid het grote geld te halen. En zolang dáár niets gebeurt, is het totaal onacceptabel om de gemeenschap weer verdere offers op te
leggen die de economie en de financiële draagkracht van de burgers nòg meer aantasten. Want al dat overtollige personeel en al die andere tekortkomingen zullen alle nieuwe extra inkomsten op blijven snoepen. Hoe vaak die ook herhaald worden!
Valse hoop?
De vraag is of het huidige bestuur de moed heeft om daadwerkelijk te snijden in de overheidskosten. Dat zou zij moeten doen op grond van haar belangrijkste programmapunten deugdelijk bestuur en integriteit. Toch heeft zij al de nodige twijfels gezaaid door benoeming tot wel 25 coördinatoren per minister waaronder een groot aantal familieleden. Daarbij is de benoeming van twee zussen en één broer als coördinator van één minister wel het toppunt. Hoewel als argument wordt aangedragen dat men vertrouwenspersonen nodig heeft, is dit wel de beste manier om ‘beleid’ aan het zicht te onttrekken en binnenskamers te houden. Transparantie wordt zo een familiezaak.
Orde op zaken
Toch lijkt het erop dat de premier zelf niet alleen de ernst van de situatie inziet maar ook een reëel beeld heeft van de vooruitzichten voor Aruba. Zij gaf aan zich neer te leggen bij een aanwijzing van Nederland ten aanzien van de financiën. Dat betekent dat Nederland het financieel beheer overneemt en mensen met expertise plaatst in departementen. Dat is hard nodig. Niet alleen Directie Financiën, maar praktisch alle overheidsdepartementen worden beticht van een groot gebrek aan deugdelijke financiële administratie en controle. Dat leidt tot substantiële verliezen. Een grote schoonmaak is dan ook hard nodig. Het is echter zeer de vraag of onze eigen mensen daartoe in staat en/of bereid zijn.
Hetzelfde geldt voor het personeelsbeleid. Bestuurders hebben genoegzaam bewezen hier niet verantwoord mee om te kunnen gaan. De benoeming, evaluatie en ontslag van personeel met een meer verantwoorde salariëring en pakket arbeidsvoorwaarden moet, na een daadwerkelijk uitgevoerde kerntakenanalyse, dan ook uit handen worden gehaald van bestuurders en aan een onafhankelijke en professionele instantie worden gedelegeerd.
Tevens moet een einde komen aan de mogelijkheid van bestuurders om dubieuze projecten te realiseren die de financiële en materiële gezondheid van ons eiland benadelen. De instelling van een moratorium op meer hotels is daartoe een eerste stap.
Pas dáárná mag de regering DENKEN aan inkomstenverhogende maatregelen, alhoewel die dan waarschijnlijk niet meer nodig zijn!