Onlangs slaakte de directeur Sociale Zaken een noodkreet over de sociale situatie in Aruba. Volgens haar verkeert Aruba in een ernstige sociale crisis door het gebrek aan sociaal beleid in de afgelopen 20 jaar. Er zijn chronisch wachtlijsten van 1-2 jaar, personeelstekorten en een gebrek aan opvangplekken. Maar ondanks de grote toename van de problemen bezuinigde de regering de afgelopen jaren omstreeks 50% op de jaarlijkse budgetten van sociale organisaties.

Hetzelfde wanhopige gebrek aan geld doet zich voor op het gebied van onderwijs. Daarom staan de Beatrixschool, de Julianaschool en Colegio Frere Bonifacius al jaren dicht omdat er geen geld is voor herstel. Dat wordt namelijk verspild aan noodlokaliteiten waar de leerlingen van die scholen nu gehuisvest worden. Dat chronisch gebrek aan geld speelt in meer en mindere mate in alle overheidsdepartementen een belangrijk beperkende rol.

Toch speelde het laatste AVP-kabinet het klaar om de gemeenschap tot het laatste moment vóór de verkiezingen een beeld voor te spiegelen alsof er niets ernstigs aan de hand was. Aruba zou dan ook probleemloos kunnen voldoen aan de begrotingseisen van het CAft. Niets was minder waar!

CITGO als ‘oplossing’

Hoe wanhopig de financiële situatie van Aruba de laatste jaren wel niet is kan eenvoudig gedestilleerd worden uit het avontuur met CITGO. Hoe valt anders te verklaren dat de enige hoop op de financiële overleving werd gesteld in het weer in functie brengen van een totaal afgeschreven roestige hoop oud ijzer? Dit hielp namelijk het belangrijkste motto en internationale showproject van het AVP-kabinet, een ‘groen Aruba’, volledig om zeep! Zelfs de Chinezen, die bulkten van het geld en overal ter wereld van alles opkochten, lieten de raffinaderij die als een van de weinige ter wereld het dikke Venezolaanse slijkolie kan verwerken, links liggen. Dit is opmerkelijk omdat China wegens haar eigen grote milieuproblemen een verbod heeft deze olie, waarmee Venezuela haar enorme schulden aan China afbetaalt, in eigen land te verwerken.

Maar onze regering wist beter en ging in zee met een Venezolaans staatsbedrijf van een land dat al verschillende belangrijke Arubaanse en Antilliaanse ondernemingen zonder enig gewetensbezwaar over de kling had gejaagd of minstens in grote financiële problemen had gebracht (Tiara Air, Insel Air, Aruba Airlines naast legio andere internationale luchtvaartmaatschappijen). Daarbij vonden de eerste onderhandelingen plaats met een man waarover de nodige twijfels bestonden. Kort daarop werd hij inderdaad door de Amerikaanse Justitie veroordeeld wegens grootschalige corruptie. Toch werd er verder onderhandeld, nu met plaatsvervangers die kort geleden eveneens wegens grootschalige corruptie en masse werden vastgezet. Zij leidden een onderneming die eigendom is van het staatsbedrijf dat al jaren niet behoorlijk aan haar verplichtingen kan voldoen en steeds dieper in de problemen raakt. Alweer wegens… grootschalige corruptie! Terwijl het landsbestuur en eigenaar van dat staatsbedrijf de laatste jaren onder internationaal sterk bekritiseerde dictatoriale omstandigheden en endemische corruptie de bevolking van het rijkste land ter wereld aan aardolie aan de rand van de hongerdood heeft gebracht. In díe mensen, díe bedrijven en díe regering van dàt land, had het laatste AVP-kabinet haar ultieme hoop gesteld om Aruba van een financiële ondergang te redden!

Volksmisleiding

Onder deze omstandigheden werd van de bevolking verwacht dat die blindelings bleef geloven in hun ‘redders in nood’ van het kabinet. Die hadden ongetwijfeld alleen het goede met ons voor. Zij waren en bleven immers tijdens de onderhandelingen met al die ‘Venezolaanse schuinsmarcheerders’ zelf zuiver moreel van geest en behartigden uitsluitend de Arubaanse belangen. Dus niet!

Dat er minstens aan de zakelijke kwaliteiten van deze mensen getwijfeld kan worden blijkt uit het gegeven dat verschillende daarvan ook medeverantwoordelijk waren voor het fiasco met de WEB-hedge. Die kostte de Arubaanse bevolking nodeloos omstreeks Afl. 300 miljoen. Onderzoek in hun rol werd echter vermeden. Hun zakelijke en morele tekortkomingen blijken verder uit het feit dat onder al de bovenvermelde omstandigheden een ultra geheime overeenkomst werd getekend voor een zogenaamde opening van de raffinaderij. Deze deal zadelt bij een ‘mislukking’ notabene de Arubaanse bevolking die reeds tegen een miljardenschuld met torenhoge rentebetalingen wegens decennialang ondeugdelijk bestuur aanhikt, op met een nieuwe verplichting van minimaal Afl. 600 miljoen.

Het lijkt er hieruit sterk op dat bestuurders er tot voor kort nog steeds van uit gingen dat werkelijk iedereen in Aruba compleet achterlijk is. Daarnaast wordt steeds duidelijker hoe ver zij bereid waren te gaan met volksmisleiding op een dergelijke schaal en met dergelijke gevolgen. De vraag is wat de bevolking kan doen om zich tegen dit soort welhaast crimineel gedrag van haar bestuur te beschermen.

Reflectie

Hoewel de huidige regering mooie sier maakt met haar beloften voor deugdelijk bestuur en integriteit, is het maar afwachten of die beloften inderdaad gevolgd worden door effectieve daden. Dat hangt grotendeels af van de druk die burgers uitoefenen op bestuurders. En die kunnen dat alleen doen wanneer er volledig inzicht is in de manier waarop Aruba werkelijk is bestuurd en de gevolgen daarvan. Worden die gevolgen nog steeds gezien als onvermijdelijk binnen onze gevestigde patronagepolitiek? En leggen we ons daarbij neer en gaan we, zoals altijd, over tot de orde van de dag die steeds wanhopiger wordt? Of nijgen we er eindelijk naar toe om dergelijk overheidshandelen als onacceptabel/crimineel te beschouwen en ons onder deze omstandigheden niet meer als makke schapen te gedragen? Een keuze hiertussen bepaalt in belangrijke mate de oplossingen die we zelf voor onze huidige problemen moeten aandragen.