Natuurlijk staat het verhaal van Stephanie niet op zich. Feitelijk gaat het om een succesverhaal, want Stephanie is een van de weinigen die een studie in Nederland succesvol afrondt. Omstreeks 3 jaar geleden was het succespercentage van Arubaanse studenten in Nederland amper 24%. Het komt er dus op neer dat 76% uiteindelijk geen diploma haalde, ook niet na één of meerdere keren wisselen van studie. Dit gebeurt heel vaak: volgens verkregen informatie in die tijd haalde slechts 10% van de Arubaanse studenten een diploma voor de studie die zij oorspronkelijk hadden gekozen. Dat is natuurlijk jammer, maar nog niet eens het ergste.
Weinig studenten en ouders realiseren zich hoeveel studeren en leven in het buitenland kosten. Velen staan er evenmin bij stil dat zij het grootste deel uiteindelijk allemaal zelf moeten betalen. Het gaat daarbij om bedragen die alleen maar binnen een redelijke tijd afgelost kunnen worden wanneer er met het behaalde diploma een baan kan worden verkregen die goed betaalt.
Om hoeveel geld gaat het meestal? Volgens betrouwbare informatie bedraagt de gemiddelde studieschuld van Arubaanse studenten na 6 jaar studie in Nederland tegenwoordig omstreeks Afl. 240.000,-. Dit is meestal opgebouwd via gecombineerde leningen van IBG en de Arubalening. Dat moet (voor het merendeel) allemaal, met rente, worden terugbetaald, ook als er geen diploma is behaald. Met een goede baan betekent dat al gauw gedurende minimaal 15 jaar een maandelijkse afbetaling van omstreeks Af. 1500,-. Studeren in de V.S. kost in het algemeen nog meer en betekent dus meer schuld alhoewel het succespercentage daar veel hoger ligt.
Natuurlijk is het mogelijk ook voor lagere kosten te studeren. Dat vereist wel dat studenten het met minder lenen moeten doen en er dan bij moeten werken. Voor studenten die door hun ouders in de regel in de watten zijn gelegd en nooit hebben hoeven te werken voor hun zakcenten kan dit een te hoge opgave zijn. Daar komt bij dat aankomende studenten in het algemeen onvoldoende of zelfs helemaal niet worden voorbereid op leven met een beperkt budget. Vanuit een situatie waar ouders alles voor hun kind regelen worden studenten als het ware in het diepe gegooid. In combinatie met het taal- en cultuurprobleem en de hogere eisen van studie-instellingen zien veel studenten zich geconfronteerd met een bijna onoverkomelijke barrière die op een negatieve wijze hun toekomst bepaalt.
Hoewel Directie Onderwijs en de Minister van Onderwijs heel goed op de hoogte zijn van deze problematiek worden jongeren en hun ouders hier niet op voorbereid. Ondanks de wetenschap dat het grootste deel van de studenten in Nederland uiteindelijk geen diploma behaalt terwijl ze er wel een grote studieschuld aan overhouden wordt deze informatie niet gedeeld met de gemeenschap. Daarnaast bijt de minister zich vast in de bepaling van normen voor het voortgezet onderwijs op grond van de gedachte ‘dat iedereen een kans moet krijgen’. Leerlingen en aankomende studenten worden zo een vals beeld voorgehouden van hun capaciteiten. Zodoende is zij medeverantwoordelijk voor ‘het grote falen’ van studenten in Nederland en zou zij daarvoor zelfs aansprakelijk moeten worden gesteld. De tijd dat er op regeringsniveau van uit wordt gegaan dat er uit glas diamanten geslepen kunnen worden is, zeker in deze tijd dat elke florin vijf keer moet worden omgedraaid, voorbij en moet dan ook plaats maken voor een realistischer onderwijsbeleid.