Het grootste deel van de Status Aparte hebben onze politici er een zooitje van gemaakt. Het heeft er echter alle schijn van dat het tekortschietend financieel beheer en het amateurisme in overheidsdepartementen niet alleen aan onbekwaamheid van het bestuur kan worden toegeschreven. Veeleer lijkt het er op dat (financiële en organisatorische) chaos het credo is waarmee politici en aanverwanten het best gedijen.

Het komt er op neer dat het huidige systeem waarbij middels verkiezingen een groep politici wordt aangewezen die vervolgens volledig autonoom bepalen wie ons land zullen besturen, wie de taak krijgen voor controle daarop, welk beleid er gevolgd zal worden en welke uitgaven daarvoor nodig zijn, niet voldoet. Dat het systeem niet naar behoren functioneert, is niet vreemd. Feitelijk is het indertijd inderhaast opgezet en is er onvoldoende over mogelijke implicaties nagedacht. Aangezien deze implicaties door de jaren heen de Arubaanse gemeenschap in belangrijke mate hebben benadeeld, is het hoog tijd om met name ons politiek stelsel en de verhouding met onze koninkrijkspartners grondig door te lichten.

Het gaat bij ons politiek stelsel daarbij onder meer om vragen als: wat houdt democratie nou precies in en hoe bevorderen wij een betere participatie van burgers? Gelden hiervoor dezelfde normen als die in grotere en meer ontwikkelde landen of moeten wij een meer ‘tropische invulling’ geven aan democratie? In hoeverre moet de macht van bestuurders afgebakend en beperkt worden en hoe vergroten we de invloed van het parlement? In hoeverre mogen bestuurders ‘adviezen’ van landsorganen ongefundeerd naast zich neer leggen? Voldoet het huidige systeem van enkele verkiezingen of moeten we net als in de VS dubbele verkiezingen houden om bestuurders beter te scheiden van parlementariërs? Hoe moet de transparantie verruimd worden en kan de bevolking meer bij het bestuur betrokken worden middels referenda bij belangrijke thema’s? Voldoen onze wettelijke regels wel om de juiste sturing te geven aan het bestuur? Is het systeem van kiesdrempels en restzetels geen obstakel voor een goed functionerende democratie?

Maar ook de verhouding met vooral onze grootste koninkrijkspartner verdient een nadere beschouwing: leveren de verschillende interpretaties van het Statuut door de ‘autonome’ partners niet teveel conflicten op? Zijn de verschillende rollen van koning, gouverneur en (Nederlandse) premier onder de huidige omstandigheden nog wel wenselijk? Wat betekent gelijkwaardigheid’ feitelijk tussen zulke ongelijkwaardige partners? En vooral niet te vergeten, wat betekent onze autonomie nu echt in de praktijk? De Arubaanse jurist mr. Ryҫond Santos do Nascimento, wetenschappelijk assistent Staatsrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Aruba stelde in januari 2013 op een symposium ten behoeve van Directie Wetgeving en Juridische Zaken van Aruba niet voor niets de vraag “of het Statuut daadwerkelijk uitgaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen, van zelfstandigheid in plaats van samenwerking. En als het Statuut inderdaad uitgaat van wantrouwen, exclusiviteit en enkel de bescherming van de eigen sfeer is het Statuut in een globaliserende wereld waarin niet meer co-existentie, maar coöperatie centraal staat, dan niet toe aan een herziening dan wel een ‘herdefiniëring?”

Aruba is in een fase van haar bestaan beland dat zij voor zich zelf duidelijk moet vaststellen hoe zij invulling wil geven op deze en nog veel meer vragen. De vaststelling dat de huidige parlementaire democratie niet naar behoren functioneert, moet daarom niet als een fatalistisch oordeel worden beschouwd, maar meer als een uitdaging om te zoeken naar een nieuwe en effectieve invulling. Het betreft geen uitdaging voor politici alleen, maar voor de hele gemeenschap die immers zelf voor haar belangen moet opkomen. In het verleden heeft de Arubaanse gemeenschap bewezen belangrijke uitdagingen succesvol aan te gaan. Het ging daarbij eveneens om complexe zaken als de introductie van de eigen munt, de verzelfstandiging ten opzichte van de Nederlandse Antillen en de snelle omschakeling van een olie naar een toeristische industrie. Maar ook in een recenter verleden hebben vertegenwoordigers van allerlei belangrijke instanties bijgedragen aan de opzet van een nieuwe (economische en culturele) visie voor Aruba.

Eenzelfde inzet ten behoeve van het politieke stelsel van Aruba en de relaties binnen het koninkrijk is nu volledig op zijn plaats. Aruba heeft inmiddels meer eigen expertise op het gebied van staatsrecht in huis. Maar ook de bevolking heeft de nodige ervaring opgedaan die de noodzaak voor effectief toezicht op het politieke gebeuren urgent maken. Samenwerking tussen de verschillende geledingen kan er toe leiden dat er binnen afzienbare tijd oplossingen worden gevonden voor onze politieke (en daarmee ook financiële) problematiek.

Dit betekent voor alle betrokkenen de nodige reflectie op het politieke gebeuren. Maar… ook in Aruba heeft politiek een bijzonder onaangename klank. Slechts weinigen willen zich dan ook daarmee inlaten. De politiek bepaalt echter een belangrijk deel van het leven van alle burgers. Het stilzwijgend accepteren door burgers van de streken van politici, betekent feitelijk dat de politiek als vanouds wordt voortgezet. Maar ook de traditionele houding van vooral hooggeplaatste ambtenaren en gelijkgestelden om zich voortdurend te beroepen op hun geheimhoudingsplicht maar daartegenover gemakshalve vergeten dat ze ook een meldingsplicht hebben in het geval van onoirbare praktijken van bestuurders, is een belangrijke reden dat politici straffeloos hun gang kunnen gaan.

Ook ik heb behoefte aan de nodige reflectie. Daarom neem ik voorlopig afscheid van de lezers van mijn columns. Ik richt mij de komende tijd voornamelijk op de verdere invulling van de website www.harmoniaruba.org, die zich in het bijzonder richt op de beschrijving van kaders om in harmonie te leven, onder meer in de gemeenschap waar wij deel van uitmaken.