Storm in een glas water!?
Nu verspeelde Aruba in zekere zin haar recht van spreken over de LAft door meer dan anderhalf jaar na de verstreken termijn van de eerste LAft nog steeds niet te hebben gezorgd voor een acceptabele vervanging. Volgens de premier van Aruba is er echter weinig verschil tussen de LAft en de Rft. De Rft heeft wèl het bijkomend voordeel dat tegen Nederlandse voorwaarden (o.m. 0% rente) geleend kan worden terwijl hopelijk zelfs de oude leningen eveneens onder die voorwaarden kunnen worden geherfinancierd. Dat zou Aruba uiteindelijk Afl 100 -200 miljoen aan rente per jaar kunnen schelen. Het lijkt er dan ook op dat de weerstand van Aruba tegen die vervanging meer van symbolische aard is.
Maar ook voor de ‘CHE’ lijkt de weerstand opgeblazen. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van dat orgaan is er namelijk op gericht om toezicht te houden op de ruim Afl. 1 miljard (!) die Nederland ter beschikking stelt (schenkt!) om de economie van de eilanden weerbaarder te maken. Daartoe zal onder meer worden geïnvesteerd in het onderwijs, zorg, de rechtsstaat en economische diversificatie. Allemaal zaken waar opeenvolgende Arubaanse regeringen hoogstens lippendienst aan hebben verleend. Het structureel deficiënte financieel beheer in Aruba dat decennialang onder meer malversaties en fraude in de hand werkte, is bovendien voldoende reden voor Nederland om zelf toezicht te houden op de besteding van gelden. Op die manier bestaat er, zeker in de ogen van de geldschieter, meer kans dat Nederlands belastinggeld dáár komt waar dat het meest nodig en verantwoord is, maar ook dat geleend geld uiteindelijk terug kan worden betaald. Het is daarbij wèl zaak dat Aruba meer verantwoordelijkheid leert dragen voor een goede besteding en verantwoording van verkregen gelden en dus ook deel gaat uitmaken van die CHE. Daarbij kunnen hete hangijzers zoals een door Nederland gewenste maar door Aruba terecht bestreden verhoging van de pensioenleeftijd, dollarisatie en ‘privatisering’ van overheidsentiteiten zonder de huidige opgelegde tijdsdruk rationeler besproken worden.
Aantasting autonomie
Voor ‘de Arubaanse politiek’ zijn deze voorwaarden niettemin een zure pruim. De praktische uitschakeling van de ‘controlefunctie’ van het Parlement over dit extra geld is echter slechts een publieke erkenning door onze grootste Koninkrijkspartner dat het Parlement niet (naar behoren) functioneert. Dat is voor de gemiddelde Arubaan al lang een publiek geheim. In praktisch elk rapport van RvA, ARA en andere werd hierop bovendien decennialang -vruchteloos- gewezen. In combinatie met het structurele wanbeleid van opeenvolgende regeringen leidde dit tot een onhoudbare schuldenberg. Uiteindelijk was dit de hoofdreden voor de aantasting van de Arubaanse autonomie door de instelling van het financieel toezicht.
Het zou juist nu getuigen van durf en geloof in de eigen, zo sterk beleden autonomie indien Aruba zou aangeven dat het, naast of in plaats van de door Nederland opgelegde voorwaarden, binnen maximaal 3 jaar alle eerder door Arubaanse adviserende en controlerende entiteiten gegeven en door regeringen genegeerde aanbevelingen, inclusief die van rapport Calidad, de speerpunten van de huidige regering en de door haar recent ingestelde Task Forces, daadwerkelijk en integraal gaat uitvoeren. De vraag is echter of Aruba de logistieke capaciteit heeft om dit binnen de gestelde termijn op verantwoorde wijze te realiseren.
Oogkleppen
De starre houding van een groot deel van ‘de politiek’ maakt wèl duidelijk dat die nog steeds in de illusie leeft dat de bevolking zich laat leiden door holle frasen en emotionele kreten. De sterke uitbreiding van de moderne mediamogelijkheden heeft echter bij veel Arubanen een sterke bewustwording en verontwaardiging teweeggebracht ten aanzien van de vele inbreuken op de criteria van deugdelijk bestuur, inclusief corruptie. Het vertrouwen in ‘de politiek’ is daarmee sterk geslonken. Niet voor niets gaven verschillende ‘polls’ recentelijk aan dat een grote meerderheid van de deelnemers meer vertrouwt op Nederlandse supervisie voor de besteding van de toegekende gelden. Daarnaast bleek, naast de nodige weerstand, ook steun voor het verstrekkende voorstel om Aruba een gemeente van Nederland te laten worden.
Het Arubaans kernprobleem
Al meer dan 30 jaar worden als belangrijkste problemen voor een gezonde ontwikkeling benoemd: de structurele politieke patronage in het benoemingen-, terreinen- en projectenbeleid, het deficiënte financieel beheer en de ‘verdachte gang van zaken’ bij overheidsprojecten. Verdere kenmerken: het ondeugdelijk functioneren van de Trias politica en het ‘checks & balances-systeem’ alsmede de ondoordringbare ‘red tape’ die investeerders dwingt de kortste weg te zoeken via ministers die willen bijverdienen. Het was ‘de politiek’ die hier verantwoordelijk voor was en ook diezelfde ‘politiek’, die er voor zorgde dat er geen verbeteringen in ‘het systeem’ werden aangebracht die het ‘verdienmodel’ aantastten.
Mentaliteitsverandering
Zolang het huidige politieke systeem als zodanig gehandhaafd blijft, valt er -van de politieke partijen- nauwelijks verbetering te verwachten. Er zal dus allereerst juist hier drastisch moeten worden hervormd. Aangezien politieke patronage veel bestuurshandelen heeft bepaald en door velen wordt gezien als een ‘culturele realiteit’, is de eerste stap om een breed gedragen intensieve publieke campagne op te zetten die zich richt op verandering van deze diepgewortelde mentaliteit naast bestrijding van de politieke polarisatie. Daarnaast is een publieke discussie noodzakelijk ten behoeve van een verandering van ons politiek systeem dat meer garanties biedt voor deugdelijk bestuur, het beter functioneren van het systeem van checks & balances en een grotere participatie van burgers aan het overheidsbeleid. Daartoe bestaat binnen de gemeenschap een groeiende bereidheid om een actieve bijdrage te leveren aan een positieve ontwikkeling van onze samenleving.
Koninkrijksrelaties
De realiteit dat de ‘overlevingskansen’ van Aruba en de noodzakelijke versterking van haar economie momenteel grotendeels afhankelijk zijn van bijstand uit Nederland, vereist dat ook wij moeten ‘investeren’. Dit moet er onder meer op gericht zijn om, middels intensief (fysiek c.q. on-line) overleg, de onderlinge relaties tussen de Koninkrijkspartners een meer positieve inhoud te geven ter vervanging van het voortdurend onderlinge wantrouwen dat slechts leidt tot onnodige conflicten. In dit verband zou een belangrijke eerste stap kunnen zijn de concrete verbetering van de kwaliteit van het bestuur en de rechtshandhaving ter bevordering van onze democratische rechtsstaat. Dat geldt niet alleen voor de CAS-landen (Curaçao, Aruba, Sint Maarten), maar ook voor Nederland, die immers bijvoorbeeld internationaal een bedenkelijke reputatie heeft opgebouwd als belastingparadijs en dus niet zonder meer als lichtend voorbeeld kan dienen.
Waar gaat het bij de Nederlandse bijstand om? Een overzicht
WAT | INHOUD, wel/geen VOORWAARDEN* | AARD |
1- Humanitaire hulp CAS | Afl 80 miljoen (€ 16 + 25 miljoen) → geen * | schenking |
2- Medische zorg CAS | Beademingsapparatuur + personeel → geen* | schenking |
3- Militaire bijstand CAS | Logistieke hulp, waar nodig → geen* | schenking |
4- Economische hulp CAS | Afl 1 miljard, o.m. t.b.v. onderwijs, zorg, rechtsstaat, wel* | schenking |
5- Begrotingshulp Aruba | Tranche 1+2+3 Afl. 375 miljoen. Mogelijk extra nodig: Afl. 100 miljoen? Totaal 2020: ± Afl 500 miljoen, wel* | Lening,
0% rente |
Arubaanse realiteit
- Huidige schuld Aruba: Afl. 4 miljard + Afl. 1 miljard PPP-projecten + Afl 1 miljard (?) Covid-leningen
- Voorlopig lagere BBP, DUS…hogere Schuld-BBP-ratio (± 135%)
- Gevolg: Aruba kan voorlopig onmogelijk aan haar huidige rente- en schuldverplichtingen voldoen
- Lenen op de internationale geldmarkt is daarom zo goed als uitgesloten
- Aruba volledig aangewezen op Nederland, met diens eigen grote ‘thuis- en EU-Covid-problematiek’