Rapport S&P
Het laatste rapport van S&P van 16 maart 2021 laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Wegens de sterk toenemende schulden die de regering door de covid-pandemie wel moet maken om de samenleving nog enigszins draaiende te houden loopt onze schuldpositie helemaal uit de hand. S&P heeft daar begrip voor en tilt daar niet te zwaar aan OMDAT Koninkrijkspartner Nederland financiële steun verleent tegen verwaarloosbare rente èn realisering van de voorwaarden uit het Landspakket. S&P beschouwt juist dat laatste als het meest essentiële en stelt dan ook dat het Landspakket integraal uitgevoerd moet worden. Daar deels of niet aan voldoen zal namelijk (kunnen) leiden tot aanhoudende overheidstekorten en slechtere relaties met Nederland. Voor S&P betekent dat dan zonder meer een lagere waardering bij haar eerstvolgende beoordeling. Daartegenover ziet S&P de mogelijkheid voor een ‘upgrade’ indien de economie beter herstelt dan verwacht, IN COMBINATIE MET(!) de volledige en succesvolle implementatie van de hervormingen uit het Landspakket.
Junk status
Helaas zwijgen de twee grote partijen hierover. Dat is te begrijpen, aangezien S&P feitelijk stelt dat voortzetting van het ‘traditionele beleid’ tot grote problemen leidt. Dat is voor ingewijden natuurlijk niets nieuws, alleen is dat nooit eerder zo onomwonden gesteld met daarbij een duidelijke sanctie: verdere afwaardering van Aruba. Daarmee loopt Aruba reëel de kans op de junk-status met verregaande gevolgen voor het vertrouwen van eventuele investeerders en aanzienlijke verhoging van de rente. Dat kan geen enkele partij, hoe onverantwoordelijk ook op het gebied van financieel beheer en personeelsbeleid, zich permitteren. Het kan in dit kader dan bijvoorbeeld niet zo zijn dat de overheid, midden in de grootste crisis van Aruba en tijdens ingrijpende bezuinigingen, nieuwe departementen opzet met directeur en al (Directie Innovatie en mogelijk ook ‘San Nicolas Ports Authority & Industrial Development NV). Met verkiezingen voor de drempel kan dit makkelijk ‘verkeerd’ worden uitgelegd. Dit betekent immers een verdere toename van de personeelskosten terwijl er van alle kanten op wordt gehamerd deze juist substantieel te verlagen.
IMF
Ook het IMF stelt in haar ‘Mission Concluding Statement’ van 8 maart 2021 dat structurele hervormingen nodig zijn om de toenemende schuld duurzaam op te lossen. Dit geldt vooral voor het belastingsysteem, de personeelskosten en de sociale zekerheid. De personeelskosten zijn ondanks de tijdelijke salariskorting niet houdbaar op middellange termijn. Daartoe zijn meer ‘permanente oplossingen’ noodzakelijk. De hervormingen moeten ook gericht zijn op diversificatie van de economie (met minder nadruk op grootschalig toerisme waardoor de natuur minder lijdt), verhoging van de arbeidsdeelname en -productiviteit. Nadruk moet worden gelegd op het verminderen van de ongelijkheid en de mogelijke impact van klimaatverandering. Hoewel voortgaande bezuinigingen in de gezondheidszorg risico’s met zich meebrengen voor de menselijke en economische kosten van de covid-pandemie, moet er wel een uitgebreide structurele hervorming plaats vinden om de zorg voor de middellange en lange termijn betaalbaar te houden.
Raad van State-COHO
Na protesten van de eilanden over de autoriteit van de COHO stelde de verantwoordelijke staatssecretaris dat het een voorlopig ontwerp betrof. Pas na het advies van de Raad van State (RvS) zou de definitieve versie worden vastgesteld. Volgens de RvS tast de opzet van COHO de autonomie van de eilanden te veel aan. Er moeten de nodige aanpassingen worden aangebracht om de eilanden meer te betrekken bij de opzet en uitvoering van de overeengekomen hervormingen zoals benoemd in het Landspakket. Daarbij onderschrijft ook de RvS de noodzaak van uitgebreide hervormingen.
Het grootste deel van het Landspakket bestaat uit een ‘samenraapsel’ van aanbevelingen voor hervormingen die onze eigen en internationale adviserende en controlerende instituties en Nederland decennialang tevergeefs hebben gegeven. Nederland had/heeft hierdoor geen vertrouwen in de wil en capaciteit van de Arubaanse politiek om dit keer wèl hervormingen door te voeren. Toch lijkt realisering nu wèl binnen handbereik, vooral door de koppeling aan financiële steun: het concreet nakomen van afspraken betekent namelijk groen licht voor verdere (partiële) steun.
Het is te hopen dat de aanpassingen van de COHO dusdanig zullen zijn dat ‘de politiek’ een rol van betekenis kan/zal spelen door draagvlak te scheppen voor de hervormingen die Aruba al zo lang en zo hard nodig heeft. Dit leidt zonder meer tot betere beoordelingen door S&P, Moody’s, Fitch, CAft en IMF. Maar het zal hopelijk ook leiden tot noodzakelijk beter(e) begrip en verstandhouding tussen de Koninkrijkspartners.