De afgelopen jaren volgt de MEP als grootste oppositiepartij de Arubaanse politieke traditie om direct alles wat de regeringspartij bedenkt en beslist in twijfel te trekken of te bestempelen als corruptie. Gezien de decennialange politieke praktijk in Aruba heeft de MEP ongetwijfeld gegronde redenen voor haar kritiek. De vraag is of zij de meest aangewezen partij is om integriteitskwesties aan de man te brengen.

Tot omstreeks 7 jaar geleden maakte de MEP zich als regeringspartij verdienstelijk door onophoudelijk te wijzen op verschillende AVP projecten waar volgens haar de nodige corruptie bij was bedreven. Het ging daarbij onder meer om het radar-, haven- en vliegveldproject. Voor de MEP was het terecht onbegrijpelijk dat de verantwoordelijken nog steeds vrij rondliepen.

Van de ene op de andere dag stopte de MEP met haar beschuldigingen.De partij was er op gewezen dat zij in die periode notabene de verantwoordelijke (ex)minister voor de genoemde projecten met veel fanfare in haar eigen gelederen had opgenomen. Dit was des te onbegrijpelijker omdat dezelfde man verantwoordelijk was voor zaken alshet debacle met de lucht- en zeebrieven, de kostbare bouw van niet-bestaande postkiosken en de dubieuze deal met Fabela die er in Curaçao voor had gezorgd dat de verantwoordelijke minister achter slot en grendel was gezet.De deal met Fabelamoest uiteindelijk door de Ministerraad worden geblokkeerd om erger te voorkomen. Ook met het uiteindelijke faillissement van Air Aruba had hij van doen. Volgens de Algemene Rekenkamer had deze minister het Arubaanse Parlement volledig uitgesloten van haar controlerende taak. Niet alleen werd het Parlement niet op tijd ingelicht over de op gang zijnde ontwikkelingen, ook werden vragen van parlementsleden en verzoeken om inzage in contracten volledig genegeerd. Zijn praktijken leidden er uiteindelijk toe dat hij door de toenmalige gouverneur bij de vorming van een nieuw kabinet als niet-ministeriabel werd bestempeld.

Het ging er echter niet alleen om dat zijn daden als minister dubieus en zelfs onrechtmatig waren. Voor het Land Aruba hadden zijn beslissingen uiteindelijk tot gevolg dat er voor vele tientallen miljoen florin schade werd geleden. Dat hem dat door zijn collega´s politici niet al te zwaar werd aangerekend kwam doordat de AVP, die hem kort daarvoor nog als ettergezwel had bestempeld, uiteindelijk zijn medewerking hard nodig had om een regering te vormen.Ook de MEP liet het er daarop bij zitten, aangezien zijn oom als Minister van Justitie niet alleen de broodnodige expertise ontbeerde, maar ook regelmatig blijk gaf van een sterk tekortschietend beoordelingsvermogen. Niet voor niets werd deze door Nederland naderhand gedeeltelijk onder curatele gesteld.

Een van de laatste daden van onze ex-minister betrof het in het jaar 2000 tijdens het AVP bewind doen uitbetalen van in totaal Af. 677.003,87 aan werknemers van het WEB voor ´misgelopenindexering´ na de privatisering van het bedrijf. Volgens de daaropvolgende MEP-regering (!) die een rechtszaak tegen de betrokken ex-minister instelde om het bedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten terug te vorderen ging het om een onrechtmatige daad, in strijd met de Comptabiliteitsverordening. Het Land werd door het gerecht in eerste aanleg in het gelijk gesteld. Deze uitspraak werd naderhand in het door de ex-minister ingestelde hoger beroep bevestigd. Inmiddels is het bedrag opgelopen tot ruim Af. 800.000,- wegens de opgelopen wettelijke rente.Het is echter onduidelijk of de betrokken ex-minister intussenaan deze gerechtelijke uitspraak heeft voldaan.Nu hij een behoorlijk inkomen heeft als parlementariër en het Land Aruba in zwaar financieel weer verkeert, kan de Minister van Financiën niet anders dan de gerechtelijke uitspraak ten uitvoer te brengen.

De plaatsing van de betrokken politicus op een prominente plaats op de laatste verkiezingslijst van de MEP, nota bene na de bekendmaking van zijn hechte vriendschap met de wegens drugs- en wapenhandel in de VS terechtstaande zoon van Suriname´s sterke man, is dan ook hoogst merkwaardig. Daarmee geeft de MEP onomwonden aan dat zij lak heeft aan integriteit en daar slechts lippendienst aan bewijst. Zodoende volgt zij moeiteloos het beleid vanhaar vorige partijleider die na de verkiezingen van 2005 verklaarde dat (verkiezings)beloften en (regerings)praktijk vanzelfsprekend ver uit elkaar liggen. Voor de huidige partijleider is het bovendien, na recente beschuldigingen van de AVP aan het adres van de betrokken ex-minister, van groter belang dat de MEP als één grote familie functioneert. Zodoende geeft zij duidelijk aan waar haar belangrijkste prioriteiten liggen. De MEP maakt zich daarmee niet alleen volslagen belachelijk, maarook totaal ongeloofwaardig.