In de week van 9 t/m 13 oktober 2017 organiseert de Raad van Advies (RvA) in samenwerking met de Academie voor de Wetgeving en de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering een Masterclass openbare financiën. Een belangrijk aandachtspunt vormen de voorwaarden voor een effectief financieel toezicht. Doelstellingen zijn om samenwerking tussen de actoren te bevorderen en om een discussie op gang te brengen over wat er nodig is voor een effectief financieel toezicht in Aruba.

Het werd hoog tijd dat een dergelijke Masterclass plaatsvindt in Aruba. De thema’s die tijdens deze Masterclass worden behandeld gaan namelijk in op een groot aantal van de reeds decennialang bestaande tekortkomingen. Die zijn er mede de oorzaak van dat het Arubaans bestuur zo lang een volledig deficiënt financieel beheer kon voeren. Dit leidde tot ernstige financiële gevolgen voor de Arubaanse gemeenschap zonder dat dit enige gevolgen had voor de verantwoordelijken. Nu het kalf verdronken is wordt inderhaast getracht de put te dempen.

Want wat is het geval? Als geen ander hebben de RvA, de CAD (Centrale Accountantsdienst) en de ARA (Algemene Rekenkamer Aruba) inzicht in de wijze waarop door opeenvolgende regeringen invulling is gegeven aan hun financieel-economisch beleid. Dat werd decennialang op de typerend voorzichtige wijze in jaarlijkse officiële rapporten beschreven door de genoemde instanties. En daar bleef het bij. Ofschoon al deze instanties heel goed op de hoogte waren/zijn van het rampzalige reilen en zeilen, hielden zij alle zich strikt aan de hen toegewezen wettelijke taak. Dat houdt in: onderzoek en rapporteren van de resultaten aan regering en Parlement. Maar zij wisten verdomd goed dat die hun rapporten òf nauwelijks/niet lazen en/of daar verder niets mee deden. Als zodanig hebben deze instanties ruim 30 jaar lang (!) hoogstens een decorumrol vervuld of, in eenvoudige knoekoetaal, deden zij alleen maar mee voor spek en bonen. In die rol droegen zij mede bij aan de afbreuk van het hele systeem van checks & balances zoals dat zo mooi in onze wetgeving is geregeld.

De vraag is hoe het kan zijn dat al deze toezichthoudende instanties zich zo strikt aan hun ‘wettelijke taken’ houden terwijl zij (toe)zien hoe alles uit de hand loopt? Daarbij moet men ook het volgende voor ogen houden. Een voormalige functionaris van een van de toezichthoudende organen gaf mij te kennen dat “de realiteit veel erger is dan in de publieke rapporten beschreven staat. Maar…die informatie is geheim”. Een andere vertelde dat “bij bijna elk verdacht project mensen van beide grote partijen betrokken waren. Geen enkele partij ondernam daardoor enig initiatief om corrupte zaken van de ander aan te zwengelen, want…allebei hadden boter op hun hoofd”.

Wat ik dan niet begrijp als simpele burger: indien deze hoogste officiële adviserende en controlerende ‘waarborginstanties’ zo goed op de hoogte zijn van het gerommel op grote schaal door bestuurders en daar ook duidelijke ‘aanwijzingen’ voor hebben, zijn zij dan niet medeverantwoordelijk voor de aangerichte schade door de opeenvolgende regeringen? Bestaat er niet zoiets als een ‘meldingsplicht’ die de ‘geheimhoudingsplicht’ overstijgt? Is het motief van “(persoonlijke) problemen te voorkomen” door zich vast te klampen aan de geheimhoudingsplicht voldoende om dan maar in hemelsnaam te zwijgen? 30 jaar lang?!

Lezing van ALLE publiekelijk beschikbare rapporten van de RvA, de ARA, de SER, enz. laten zien dat in elk rapport opnieuw in grote lijnen dezelfde tekortkomingen, waarschuwingen, aanbevelingen werden benoemd. Jaar in, jaar uit. In de rapporten van Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba die niets anders zijn dan een thematische samenvatting (personeelsbeleid en financieel beheer) van al die rapporten vallen de jaarlijks terugkerende jammerklachten voortdurend op: het gebrek aan realiteitszin van begrotingen, de voortdurende uitholling van het budgetrecht van de Staten, de enorme administratieve chaos, het nalaten van concrete verbetering van het personeelsbeleid en het financieel beheer door het bestuur, enz. De samenvatting van al deze tekortkomingen beslaat inmiddels ruim 150 pagina’s! En dat werk is nog maar halverwege…

Hebben deze instanties zich werkelijk naar behoren gehouden aan hun belofte dat zij ‘de Staatsregeling van Aruba helpen onderhouden en het welzijn van Aruba naar vermogen voorstaan’? Hadden zij, alleen al op grond van de talrijke inbreuken op alle criteria van deugdelijk bestuur die veel negatieve gevolgen hadden voor Aruba, een en ander niet allang op niet mis te verstane wijze publiekelijk aan de kaak

moeten stellen? Kunnen zij zich gemakshalve verschonen door met de beschuldigende vinger te wijzen naar het Parlement dat nooit naar behoren heeft gefunctioneerd? In hoeverre heeft hun ‘selectief zwijgen’ ertoe bijgedragen dat de openbare financiën (waar zij nu zo graag een effectiever toezicht voor willen bespreken), praktisch volledig uit de hand is gelopen? Hadden de enorme schulden en renteverplichtingen waar Aruba zich voor gesteld ziet, niet makkelijk voorkomen kunnen worden indien deze ‘waarborginstanties’ veel eerder en op effectieve wijze publiekelijk aan de bel getrokken hadden?

Het is een goede zaak dat de noodzaak voor een meer deugdelijke en effectieve invulling van hun verantwoordelijkheid nu eindelijk wordt ingezien. Het is echter jammer dat dit grotendeels uitsluitend binnenskamers met dezelfde instanties wordt besproken die daar decennialang ernstig in gefaald hebben.