Het Recherche Samenwerkings Team (RST) is een samenwerkingsverband binnen het Koninkrijk dat verantwoordelijk is voor de bestrijding van de zware en georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit op Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Maarten en Sint-Eustatius. Bij dit rechercheteam werken zowel rechercheurs die vanuit Nederland zijn uitgezonden, als rechercheurs die afkomstig zijn uit de verschillende korpsen van de eilanden.

Sinds enige tijd maakt het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) deel uit van de RST. Dit is een specialistisch rechercheteam dat belast is met de opsporing en vervolging van grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit. Zij doet onder meer grote internationale financiële onderzoeken op het gebied van witwassen, (belasting)fraude en corruptie. Het TBO bestaat uit medewerkers van de nationale politie, de FIOD (Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) en het OM en werkt samen met de lokale landsrecherches. Het staat onder rechtstreeks gezag van de PG. Het TBO is werkzaam op Curaçao, Sint-Maarten en de BES-eilanden, maar… niet op Aruba!

Eind maart 2018 vond overleg plaats tussen de Koninkrijkspartners over de positie van de RST. Daarbij bleek dat Aruba, Curaçao en Nederland principieel van mening verschillen over de rol van het RST. Nederland is voorstander van een RST dat zoveel mogelijk zelfstandig opereert. Aruba en Curaçao willen de bevoegdheden juist beperken. Volgens deze eilanden is Justitie een autonome aangelegenheid. De lokale korpschef zou de eindverantwoordelijkheid moeten dragen en verantwoording af moeten leggen aan zijn eigen minister van Justitie. Dit standpunt is het zoveelste dat in het beste geval blijk geeft van een overtrokken beeld van de eigen capaciteiten.

Vals zelfbeeld

Decennialang hebben de Arubaanse en Antilliaanse eilanden bemoeienis van Nederland met hun interne financiële huishouding afgewezen op grond van hun ‘autonomie’ op dit gebied en onder het mom van ‘Wij kunnen het zelf’. Het resultaat is bekend. Dankzij -zij het laat- ingrijpen van Nederland is de bevolking van alle eilanden een volledige ineenstorting van hun land wegens ernstig financieel wanbeheer door opeenvolgende regeringen bespaard gebleven. Dit wanbeheer heeft er wel voor gezorgd dat vrijwel alle diensten op de eilanden uiterst gebrekkig functioneren wegens structureel geldtekort. Het gaat onder meer om onderwijs, sociale zaken en infrastructuur. Ook veiligheid valt hieronder, als aandachtspunt van Justitie. Maar…hier is meer aan de hand.

Curaçao & Sint-Maarten

Reeds decennia geleden kwalificeerde voormalig VVD-leider Frits Bolkestein de ‘eilanden in de West’ als een roversnest. In het artikel ’Curaçao, het Caribische rovershol van het Koninkrijk der Nederlanden’ van De Tijd (9-9-2015) verklaarde de toenmalige Curaçaose minister van Justitie onder meer dat de onderwereld op Curaçao steeds meer greep heeft op de bovenwereld’. Het OM en de Nederlandse politiek zijn terecht bang dat criminelen een zelfstandig Curaçao als vrijplaats willen gebruiken voor het witwassen van misdaadgeld. De gokwereld zou politieke partijen financieren om de sector zo vrij mogelijk te laten.

Nog medio april 2018 berichtte het jaarlijks terugkerend ‘International Narcotics Control Strategy Report’ van het US State Department dat in Curaçao witwasorganisaties misbruik kunnen maken van de beschikbaarheid van Amerikaanse dollars, offshore bankieren, twee vrije zones, een containerhaven en de grootste olieraffinaderij in het Caribisch gebied, alsook een groot aanbod aan resorts/casino’s op het eiland. De witwaspraktijken vinden volgens de onderzoekers onder andere plaats door de aanschaf van onroerend goed en via bankoverschrijvingen en geldtransport tussen Curaçao, Nederland en eilanden in Caribisch Nederland.

Volgens hetzelfde rapport vindt ook op Sint-Maarten ”witwassen van criminele winsten plaats via bedrijfsinvesteringen en internationale fiscale schuilplaatsen. De overheidssector blijft kwetsbaar voor integriteitsgerelateerde misdaden”.

Aruba

Het rapport ‘Veiligheid en Integriteit van Aruba: context en perspectief’ van de Arubaanse Veiligheidsdienst (AVD) uit 1995 wijst op een innige relatie tussen politieke kopstukken van de twee

grootste politieke partijen en drugsorganisaties in Aruba. De VDA stelt dan ook dat “de bijna vanzelfsprekendheid van belangenverstrengeling en corruptiegevoeligheid de kans op beïnvloeding van het politiek en bestuurlijk bedrijf vergroot”. Dit is echter niet alleen iets uit het verleden.

Hetzelfde recente rapport van het US State Department stelt: “Vanwege de locatie is Aruba een overslagplaats voor drugs uit Zuid-Amerika op weg naar de Verenigde Staten en Europa, en voor valuta die in de tegenovergestelde richting stroomt”. En: “Massale geldsmokkel vormt een groot risico vanwege de ligging van Aruba tussen Noord- en Zuid-Amerika. Het witwassen van geld heeft voornamelijk betrekking op opbrengsten van illegale verdovende middelen die worden verhandeld door criminele organisaties en vindt plaats via aankopen van onroerend goed”.

Nog recent bleek dat het groene kabinet de onderhandelingen over de Green Corridor begon met een voormalige Colombiaanse gouverneur die inmiddels opgesloten zit wegens moord en corruptie. De meeste onderhandelingspartners van het laatste AVP-kabinet in de besprekingen met Citgo zitten momenteel eveneens vast wegens grootschalige corruptie.

Bescherming van Justitie

Het blijkt dus dat tot op het hoogste regeringsniveau op de eilanden van Caribisch Nederland omgang met criminele figuren en organisaties tot de normaalste zaak van de wereld behoort. Een en ander met klaarblijkelijke medeweten en/of medewerking van de ministers van Justitie. Het ging daarbij onder meer om gedogen en/of bescherming van maffiafiguren en medeministers die het niet zo nauw namen met de wet en zich meer bezighielden met ‘ondermijnende activiteiten’.

In dit kader is het dan ook onacceptabel dat belangrijke onderzoeksinstanties als de RST zich zouden moeten onderwerpen aan de grillen van de plaatselijke partijpolitiek. Die houdt er immers vaak andere belangen op na dan het landsbelang. Hoe meer onze ministers van Justitie zich verzetten tegen een zelfstandig RST, hoe meer het erop lijkt dat zij de onderwereld nòg langer in bescherming willen nemen tegen al te indringend onderzoek en vervolging. Bovendien kan een zelfstandig RST er mede zorg voor dragen dat onze ministers beter op hun tellen gaan passen en eindelijk naar behoren gaan besturen. Het afleggen van verantwoording door de RST aan de PG is daarom de meest aangewezen weg. Deze beschikt in zijn contacten met de minister van Justitie namelijk over genoeg waarborgen om de politieke waan van de dag buiten de deur te houden. Zo vindt er een mooie koppeling plaats tussen de lokale autonomie en kwaliteit.