Decennialang hebben de politieke partijen die afwisselend de regering vorm(d)en getracht de resultaten van hun beleid zo aantrekkelijk mogelijk in te kleden. Kiezers moesten vooral de indruk krijgen dat hun keus voor de (regerings)partij terecht was. Zo werd zelfs tijdens de vele momenten dat het financiële water de regering aan de lippen stond, met trots gewezen naar bevindingen van IMF-rapporten. Die stelden regelmatig dat de economie van Aruba het prima deed. Gemakshalve werden de waarschuwingen over de financiële situatie en de oorzaken daarvan uit dezelfde rapporten niet vermeld. Net zo min als de aanbevelingen om die situatie te verbeteren. Die hadden voor de betrokken partijen negatieve electorale gevolgen en werden dus genegeerd.

Ook in de huidige campagne wordt deze tactiek toegepast. De regering slaat zich, met behulp van trouwe statenleden, voortdurend op de borst dat zij een economisch wonder heeft verricht dat Aruba uit een crisissituatie heeft gered. Om dat ‘wonder’ aan te tonen maakt zij gebruik van een grafiek die de opleving van Aruba door het overheidsbeleid van de afgelopen 7 jaren moet aantonen.

Daarbij ziet zij (bewust?) over het hoofd dat dat ‘wonder’ de financiële armslag van elke volgende regering decennialang in ernstige mate inperkt evenals de economische vooruitzichten van Aruba door de zwaar toegenomen aflossings- en renteverplichtingen. De enorme hoeveelheden geld die tijdens het kabinet Mike Eman-1 er door heen werden gejaagd leidden namelijk in amper 3,5 jaar tot een verdubbeling van de (2-)miljardenschuld die daarvóór in 23 jaar was opgebouwd. Deze situatie wordt binnen 2 jaar ernstig verergerd door de extra schulden ad omstreeks Afl. 1 miljard als gevolg van de PPP-projecten. Die grafiek, evenals grafieken die de aanmerkelijke afname tonen van de overheidsbijdragen aan stichtingen, worden echter niet door de AVP ten toon gespreid, net zo min als de grafiek van de toename van de renteverplichtingen die inmiddels Afl. 230 miljoen per jaar bedragen. Dit is meer dan de hele begroting van het ministerie van Gezondheid, die van Justitie en bijna evenveel als die van Onderwijs.

Toch moet de gepresenteerde grafiek van de AVP met argusogen bekeken worden. Die grafiek geeft namelijk alleen de procentuele economische groei aan tijdens haar regeringsperiode, afgemeten aan die van het laatste MEP-bewind. Daarbij wordt geen acht geslagen op de hoogte van het BBP die van groter belang is om de welvaart van een land aan af te meten. Zoals uit onderstaande tabel met cijfers van de CBA blijkt, zijn zowel het nominale als het reële BBP van 2008 nooit in latere jaren overtroffen.

X Afl. milj. 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016* 2017**
BBP nom 4681 4914 4473 4279 4564 4537 4621 4743 4836 4774 4876
BBP reëel 3615 3620 3210 3102 3212 3168 3301 3329 3332 3312 3331
* Voorlopige cijfers van 2016
** Projectie 2017

Het reële BBP is de waarde van de goederen en diensten gemeten tegen constante prijzen (door de prijzen van een referentiejaar te nemen). De gevolgen van inflatie worden dus niet meegenomen.

Het nominale BBP is de waarde van de productie van een land gedurende een jaar, in het prijspeil van dat jaar. Dat bedrag hangt af van de hoeveelheden en van de prijzen van de geproduceerde goederen.


Van nog groter belang is het om de BBP-ontwikkeling per hoofd van de bevolking aan te geven. Daaruit wordt duidelijk in hoeverre er sprake is van een produktiviteitstoename of -afname.

Het is echter van het grootste belang om ook de huidige en komende schuld(ontwikkeling) per hoofd van de bevolking weer te geven alsmede de mogelijke gevolgen daarvan voor de burgers. Deze moeten vervolgens worden afgezet tegen gelijkwaardige situaties in onze regio zoals Puerto Rico. De AVP zou de Arubaanse gemeenschap een realistischer beeld verschaffen door ook deze informatie in duidelijke grafieken uiteen te zetten, tezamen met de concrete maatregelen die zij denkt te nemen om eindelijk te komen tot duurzame overheidsfinanciën. Enkel daarmee wordt namelijk de toekomstige welvaart van de Arubaanse burgers bepaald, die onze politieke partijen blijkbaar o zo graag willen verbeteren.