Vele jaren geleden was ik –met anderen- intensief bezig met de opzet van het project ‘Fietspaden in Aruba’. Met dit doel richtten we ook de stichting FACABI (Fundacion Arubano Caminda pa Bicicleta) op. De Dienst Openbare Werken (DOW) verleende medewerking voor het technisch ontwerp van de fietspaden. Van verschillende kanten kreeg het plan financiële medewerking toegezegd. Toch staakte ik van het ene op het andere moment mijn inspanningen ten behoeve van het project ‘Fietspaden in Aruba’. Dit had twee redenen.
Omdat het om een hoge investering ging, werd nagegaan of Nederland eventueel bereid was om het project mede te financieren. De toenmalige vertegenwoordiger van Nederland stelde echter dat het om een relatief goedkoop project ging dat Aruba zelf makkelijk met eigen middelen kon realiseren. Als Nederland zou besluiten het fietspadenproject mede te financieren zou de Arubaanse overheid intussen met het ‘niet-geïnvesteerde geld’ ongestoord door kunnen gaan met haar financieel en personeel wanbeleid. Daar wilde Nederland niet aan meewerken. Met name de vele politieke benoemingen waren haar een doorn in het oog. Ik was het daar roerend mee eens.
In dezelfde periode had ik een gesprek met een hoge Arubaanse overheidsfunctionaris. Deze informeerde naar de ontwikkelingen ter realisering van het fietspadenproject. Ik vertelde hem wat op dat moment de technische en financiële stand van zaken was. Daarop vroeg hij mij ‘of wij rekening hielden met geld voor de minister’. Op mijn vraag om een nadere uitleg stelde hij dat ‘de minister zijn handtekening voor het project pas zou zetten als hij daar geld voor kreeg’. Ik was onder geen beding bereid om bij te dragen aan de zelfverrijking van een minister. Ik gaf hem te kennen dat het hier ging om een project dat goed was voor de hele gemeenschap en dat ik daar zelf geen financieel belang bij had. Daarop kreeg ik te horen dat dit niet het zwaarste zou wegen bij de overweging om een handtekening te plaatsen. Voor mij betekende dit voorlopig het eind van mijn werkzaamheden aan het fietspadenproject.
Vanaf dat moment begon ik mijn ‘kruistocht’ tegen ondeugdelijk bestuur. Ik gaf mijn kritiek onder meer vorm door publicatie van het boek ‘Goed bestuur en de politieke realiteit’ in 2001, 15 jaar na aanvang van de Status Aparte. Analyses uit talrijke rapporten van de Algemene Rekenkamer, de Sociaal Economische Raad, de Centrale Bank, alsmede documenten van de Centrale Accountantsdienst en de Raad van Advies, leverden de stelling op dat ministers en regeringen in Aruba systematisch de beginselen van goed bestuur, zoals in het kort daarvoor ontwikkelde en door de politiek bejubelde rapport ‘Calidad’ was aanbevolen, aan hun laars lappen. Dit gebeurde op zo’n grote schaal dat hier geen sprake kon zijn van ‘fouten’, maar van ‘weloverwogen opzet’. De vele schendingen van de principes van goed bestuur en overtredingen van wettelijke bepalingen door bestuurders dienden in geen enkel opzicht het algemeen belang.
Ter gelegenheid van 25 jaar Status Aparte heb ik in 2011 het boek ‘25 jaar Status Aparte, een politiek paradijs’ gepubliceerd. Dat boek is een aanklacht tegen de wijze waarop gedurende 25 jaar politiek is bedreven in Aruba. Het beschrijft het verband tussen politiek handelen, of juist het nalaten daarvan, en de gevolgen voor de gemeenschap. Beide boeken waren bedoeld om bij te dragen aan een politiek bewustwordingsproces bij de bevolking. Vervolgens heb ik vanaf juli 2014 tot en met april 2015 op regelmatige basis artikelen gepubliceerd in de Arubaanse kranten waarbij ik het overheidsfunctioneren nader beschreef. Ik ben daar uiteindelijk mee gestopt omdat feitelijk ‘alles’ al was gezegd, ik daardoor te veel in herhaling viel, de politiek zich daar niets van aantrok en dus doorging op de oude voet . Op die manier doorgaan legde te weinig zoden aan de dijk. Het was tijd voor reflectie om te komen tot een andere, hopelijk meer effectieve aanpak.
Samen met medebestuursleden Leo Maduro en Servito Thijsen hebben wij besloten om als bijdrage aan de 30-jarige viering van de Status Aparte op een meer actieve wijze te werken aan de realisering van deugdelijk bestuur. Daartoe hebben wij de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba opgericht. Doelstelling en werkwijze worden in de statuten onder ‘Deugdelijk Bestuur’ aangeven. Wij hopen dat wij ook op u kunnen rekenen om deugdelijk bestuur in Aruba te realiseren. Uiteindelijk is de kwaliteit van het openbaar bestuur een verantwoordelijkheid van ons allen.