Reeds direct vanaf het begin van de Status Aparte werd Aruba tot de dag van vandaag geteisterd door financiële problemen. De eerste keer was vooral het gevolg van de sluiting van de raffinaderij. De hoge werkloosheid die daarvan het gevolg was en het wegvallen van belastinginkomsten voor de overheid betekenden een grote aanslag op haar financiële middelen. De snelle omschakeling naar de toeristenindustrie en de heropening van de raffinaderij kort daarna veroorzaakten een grote economische opleving en brachten het eiland weer geld en hoop.

Desondanks bleef de financiële huishouding het belangrijkste zorgenkind in Aruba. In 1993, amper 7 jaar na de invoering van de Status Aparte, was de financiële situatie dusdanig ernstig dat de toenmalige Arubaanse premier naar Nederland afreisde om hulp te vragen voor het oplossen van haar problemen. De gesprekken leidden o.m. tot het Protocol 1993, waarin Nederland zich vastlegde hulp te verlenen, op voorwaarde dat Aruba een aantal verbeteringen door zou voeren. Het ging bijvoorbeeld om de financiering van politieke partijen en het financieel beheer. Deze afspraken werden zo belangrijk gevonden dat niet alleen premier Nel Oduber (MEP), maar ook oppositieleider Henny Eman (AVP) het Protocol met alle afspraken ondertekenden.

Naar goed Arubaans politiek gebruik kwam Aruba echter geen van deze afspraken na en dus sudderden de financiële problemen decennialang door. De door Nederland voorgestelde verbeteringen betekenden voor de Arubaanse politieke traditie blijkbaar een te grote ‘opoffering’. Er werd dan ook bewust gekozen voor voortzetting van die traditie, ook al kleefden daar grote nadelen aan voor de samenleving. Feitelijk betekende dit dat er gekozen werd voor een ongestoorde voortzetting van ondeugdelijk bestuur. Voor velen is de vraag op welke manieren ondeugdelijk bestuur zich in Aruba in de praktijk vooral voordeed/doet en ook wat dat in concreto betekent voor de samenleving.

Allereerst is politieke patronage de hoofdoorzaak (geweest) voor de ongebreidelde groei van het ambtenarenapparaat. Dit had de nodige negatieve gevolgen zoals uit de hand gelopen personeelskosten en een lage arbeidsproductiviteit. Politieke patronage heeft ook altijd een grote rol gespeeld bij de uitgifte van terreinen en het verlenen van vergunningen en projecten.

Op de tweede plaats was het financiële beheer gedurende 30 jaar lang steeds erbarmelijk en chaotisch. Op geen enkele jaarrekening kon tot nu toe een behoorlijke accountantscontrole worden toegepast. Geen enkele jaarrekening heeft dan ook ooit een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. Het Parlement heeft daardoor nooit uitvoering kunnen geven aan een van haar belangrijkste controletaken. Typerend is wel dat het Parlement daar nooit haar onvrede over heeft uitgesproken.

Tenslotte is de veelheid aan dubieuze projecten gedurende elke regeringsperiode een bron (geweest) van zorg in de gemeenschap. Dit zorgde voor de nodige twijfels aan de integriteit van bestuurders. Het ging daarbij echter niet alleen om het omzeilen en overtreden van allerlei bepalingen van de Comptabiliteitsverordening, maar ook om de vele mislukkingen die de Arubaanse gemeenschap enorm veel geld hebben gekost.

Al met al hebben alleen al deze drie elementen van ondeugdelijk bestuur de Arubaanse gemeenschap gigantisch veel geld gekost. Daarbij gaat het niet om enkele of zelfs honderden miljoenen, maar om miljarden florin gedurende 30 jaar Status Aparte. Deze schadepost kan echter niet op het conto worden geschreven van een enkele partij. Elke partij die ooit vanaf 1986 een bestuurdersrol heeft gespeeld, heeft wel een of meerdere van deze elementen toegepast en daarmee een bijdrage geleverd aan de verslechtering van de financiële situatie. Wil Aruba naar gezonde overheidsfinanciën, dan kan dat alleen wanneer besturen op de traditionele wijze onmogelijk wordt gemaakt en er eindelijk voor wordt gekozen om te besturen volgens de principes van deugdelijk bestuur.

29-09-2016